In de fokkerij worden regelmatig nieuwe fokwaarden geïntroduceerd, zoals afgelopen jaren de fokwaarden uierbalans en voorbeenstand.
We zien al geruime tijd een ontwikkeling dat binnen Holstein bij vaarzen de uierbodem vaker voorover gekanteld is, ofwel een onbalans met diepere voorkwartieren. Wanneer de onbalans extremer is, vooral in combinatie met een korte speenlengte, is er een risico dat bij aansluiten van de tepelbekers de achterspenen óf niet goed worden gevonden en bij een robot-melksysteem kan dat een ‘mislukte melking’ betekenen óf het melkstel hangt sterk voorover opdat lucht zuigen ontstaat. Beide hebben negatieve gevolgen, zoals u wel weet. Daarom is inmiddels in diverse landen data over de uierbalans verzameld en een fokwaarde geïntroduceerd. Daarmee kunnen we stieren die extreme onbalans vererven identificeren en de afweging maken óf je die wel of niet wilt inzetten in uw veestapel.
Uierbodembalans
Peek & van der Kroon adviseurs beoordelen tijdens het lineair evalueren nu bij iedere dier de uierbodem-balans, op dezelfde schaal van 1 tot 9, waarbij de score 5 een vlakke uierbodem betreft. Het verschil tussen de hoogte van de speenpunten voor- en achter bepalen de score en geven daarmee de balans van het uier aan. Zo is ook in Nederland vanuit melkrobot-data op basis van speenpunt-hoogte de fokwaarde hiervoor ontwikkeld.
Stand van de voorbenen
Ook evalueren wij voor het M84U stieradvies sinds enige tijd bij ieder dier de stand van de voorbenen op dezelfde bekende schaalverdeling, waarbij de scores 7 en 8 een stabiele klauw met klauwspleet recht naar voren hebben. De stand van de voorbenen van een koe heeft invloed op het functioneren van het dier, en daarmee de duurzaamheid en probleemloosheid. Dieren waar de voorklauwen sterk naar buiten wijzen hebben een ongelijke klauwdruk, moeten daardoor vaker bekapt worden en lopen vaak niet gemakkelijk. We ervaren dat dieren waarbij de klauwspleet recht vooruit wijst het meest stabiel staan, gelijkwaardige klauwdruk hebben en minder risico op problemen hebben. Uiteraard heeft het milieu hier invloed op; omstandigheden in de stal kunnen de stand van de voorklauwen over tijd beïnvloeden. Maar tegelijkertijd zien we binnen hetzelfde bedrijfssysteem variatie in de voorbeenstand, en deze is dus deels ook genetisch bepaald. Inmiddels hebben ook voor dit kenmerk diverse landen data verzameld via de bedrijfsinspectie en zijn sinds enige tijd fokwaarden bij de stieren bekend, om daarmee extremen te kunnen identificeren en desgewenst te kunnen uitsluiten bij de stierenselectie op bedrijfsniveau.
Alle lineaire kenmerken in advies
Voor de berekening van het stieradvies worden in M84U álle gescoorde lineaire kenmerken meegenomen. Nieuw is dat voor bedrijven met een melkrobot we sinds enige tijd de optie hebben om naast het fokdoel ‘Levensproductie’ ook specifiek ‘Robot-geschikt’ kunnen toepassen. Daarmee wordt veel aandacht gegeven aan eigenschappen die goed functioneren op een AMS-systeem beïnvloeden, zoals speenlengte, uierbalans, melksnelheid en speenplaatsing.
Moderne ideale Holstein, opgesteld door Holstein USA en geschilderd door Bonnie Mohr.
© Peek Onafhankelijk Fokkerijadvies, januari 2025
Meer informatie:
Peek Onafhankelijk Fokkerijadvies
Huub Peek
Mobiel 06-26 098 998
huub@peek-vdkroon.nl